• Draag het startnummer op de borst.
• Start uit staande positie met één been naar voren.

De wedstrijd:

• De minimumlengte van de aanloop, gemeten vanaf het einde van de aanloop tot aan de relevante afzetlijn, moet 40 m zijn. Een deelnemer mag zijn aanloop op / ook niet meer dan 45 meter vanaf de afzetlijn beginnen.
• De sporters worden geassisteerd door een jurylid om voorafgaande aan de wedstrijd een punt te markeren waarvandaan ze starten.
• Er wordt voor de afzetlijn gesprongen.
• Alle sprongen worden gemeten vanaf de dichtstbijzijnde indruk van het lichaam of de ledematen in de landingsbak tot aan de afzetlijn of het verlengde daarvan.
• Na het springen moet de landingsbak per direct verlaten worden via de dichtstbijzijnde zijkant.
• Voor iedere deelnemer telt zijn beste sprong, inclusief de sprongen gemaakt in een eventuele barrage om de eerste plaats.

Ongeldige poging

• Als met enig deel van het lichaam de grond wordt geraakt voorbij de afzetlijn.
• Als er naast de afzetbalk wordt afgezet.
• Als bij het neerkomen de grond wordt geraakt buiten de landingsbak.Als bij de sprong de grond wordt geraakt tussen de afzetlijn en de landingsbak;
• Als na een sprong wordt teruggelopen door de landingsbak.
• Als er tijdens de aanloop en/of een sprong een salto-mortale of duikeling wordt gemaakt.